Vijf tips en antwoorden op veelgestelde vragen voor het maken en schrijven van je prentenboek!
Wil je ook een prentenboek maken? Lees dan snel verder! Prentenboeken schrijven vind ik een van de leukste dingen die er zijn. Kijk maar eens naar mijn prentenboek Een Beetje Bang. Die is zelfs genomineerd door Libris, Yes!
Om tot dit prentenboek te komen, heb ik advies gevraagd bij allerlei schrijvers en heb ik meerdere schrijfcursussen gevolgd rondom kinderboeken voor het jonge kind. Daarnaast ben ik redacteur bij een lesmethode voor het jonge kind en beoordeel ik dus regelmatig... prentenboeken!
Graag deel ik de lessen die ik hieruit heb geleerd, zodat jij het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden. Ook heb ik voor de liefhebber een traject om je prentenboek samen te schrijven. Vorm je unieke verhaal, schrijf samen en maak kans op een traditioneel uitgeefcontract!
De vijf tips voor het maken van je prentenboek
Hierbij 5 tips voor het schrijven van je prentenboek en een checklist om je manuscript op te sturen naar de uitgever.
Tip 1: Kies een passend thema
Een prentenboek is voor kinderen van ongeveer twee tot zes jaar oud. Deze jonge kinderen houden van andere thema's dan oudere kinderen en volwassenen. Enkele thema's die altijd goed zijn voor deze doelgroep: Dieren, natuur in de buurt en verjaardagsfeestjes. Om zeker te weten of je thema aanlsluit, test je je idee bij ongeveer 5 kinderen in de leeftijdsgroep of zoek je online naar andere voorbeelden van prentenboeken in dit thema.
Tip 2: Zorg dat je verhaal echt een beeldverhaal is
Dit klinkt misschien als een open deur, maar het komt regelmatig voor dat een schrijver een prentenboekverhaal opstuurt dat net zo goed een luisterverhaal zonder prenten had kunnen zijn. De kracht van een prentenboek is juist dat het beeld en de tekst elkaar versterken. Soms doordat je in het beeld extra details ziet die het verhaal meer dimensie geven, maar ook soms juist als grappige tegenhanger van de tekst. Hoe dan ook, ga voor jezelf na hoe je tekst en afbeeldingen samengaan in je verhaal en zorg dat ze elkaar versterken en niet letterlijk hetzelfde zijn.
Tip 3: Een standaard formaat is een goede start
Als je wil debuteren met een prentenboek, is het handig om te starten met een standaard formaat. Uitgeverijen zijn vaak een beetje huiverig om bij een nieuwe schrijver allerlei speciale (dure) zaken toe te voegen zoals flapjes, extra pagina's of muziek. Tenzij je een heel origineel idee hebt, dan kan het natuurlijk altijd.
Standaard formaat:
12 spreads (24 pagina's van steeds 2 naast elkaar)
Ongeveer 500 woorden (liever iets minder dan iets meer)
Tip 4: Opbouw verhaal
In een standaard prentenboek zit meestal een flinke spanningsboog. Jonge kinderen kunnen zich nog niet zo lang concentreren, dus is het belangrijk dat je boek meteen de aandacht grijpt en deze vasthoudt met herhaling en spanningsopbouw. Dit kan op allerlei manieren. Hieronder vind je een voorbeeld:
Hoe begint een prentenboek?
In de eerste spread begin je midden in de actie. Je ziet de hoofdpersoon iets geks doen of er gebeurt iets bijzonders of schattigs. Je wilt dat het kind gelijk gegrepen is door je boek. Bijvoorbeeld: Je ziet een schattig dier in een gigantische cadeauwinkel.
Probleem introduceren
In de tweede (en eventueel derde) spread laat je het 'probleem' van de hoofdpersoon zien. Bijvoorbeeld: het dier wil een perfect verjaardagscadeau zoeken.
Spanningsopbouw en herhaling
In de derde tot ongeveer de tiende spread bouw je de spanning op. Overdreven herhaling werkt hierbij goed. Bijvoorbeeld: De hoofdpersoon vindt steeds grotere en gekkere cadeaus, maar het wordt steeds later en later.
Twist
Tegen het einde gebeurt er iets waardoor het probleem op een grappige/bijzondere/mooie manier is opgelost. Of er ontstaat juist een nieuw probleem. Zorg dat alle tekst en afbeeldingen opbouwen naar deze verrassende twist. Bijvoorbeeld: de jarige is verdrietig, omdat hij zijn vriend mist. Hij geeft niks om cadeaus. Hij wilde vooral dansen met al zijn vrienden...
Afronding
Na de twist rond je het verhaal rustig af. Bijvoorbeeld: De taart wordt binnengebracht en iedereen is de cadeau's vergeten.
Tip 5: Simpel taalgebruik
Het mooie van een prentenboek is dat je veel dingen ongezegd kunt laten. Je hoeft niet te vertellen in tekst wie er allemaal in de kamer is. Dat zie je wel in de afbeelding of laat je weg. Jonge kinderen zijn niet zo geïnteresseerd in bijzaken. Zo kun je je tekst lekker actief en kort maken. Gebruik het liefst korte zinnen en actieve vormen. En stel ook soms vragen aan de lezer of laat een lezer iets aanwijzen of volgen met zijn vinger.
Bijvoorbeeld:
Giraffe heeft het cadeau uitgepakt.
kun je beter omschrijven naar
Giraffe pakt het cadeau uit.
En in plaats van:
Het gigantische cadeau zat bomvol prullaria en was bedekt met allerlei kleuren glitters. Er zit vast iets heel bijzonders in.
Zou je kunnen schrijven:
Het cadeau heeft allemaal bloemen en linten!
En er zijn regenboogglitters.
Wat denk je dat erin zit?
Veelgestelde vragen over het maken van een prentenboek
Wat zijn de eisen van een goed prentenboek?
Net als bij alle kunst: Er zijn geen harde eisen. Maar als je wil debuteren met een prentenboek, is het handig om te starten met een standaard formaat en een standaard aantal woorden. Uitgeverijen zijn vaak een beetje huiverig om bij een nieuwe schrijver allerlei speciale (dure) zaken toe te voegen zoals flapjes, extra pagina's of muziek.
Standaarden:
12 spreads (24 pagina's van steeds 2 naast elkaar)
Ongeveer 500 woorden (liever iets minder dan iets meer)
Het beeld voegt iets toe aan het verhaal (niet letterlijk hetzelfde)
Tenzij je een professionele illustrator bent, kun je beter alleen tekst opsturen.
Tenzij je een heel origineel idee hebt, dan kan het natuurlijk altijd.
Hoeveel bladzijden en spreads heeft een prentenboek?
Hoe geef je een prentenboek uit?
Waarom een prentenboek?
Meer weten?
Schrijf je in voor de prentenboeken-nieuwsbrief! Of bekijk de cursus prentenboek schrijven (Het Prachtige Prentenboek Traject) inclusief overzichtelijke videolessen, live online meetings en meer. Dat kan allebei op deze pagina. (Scroll helemaal naar beneden voor de nieuwsbrief)
